Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]Dit is een getrouw woord; want indien wij [30]met [Hem] gestorven zijn, zo zullen wij ook met [Hem] [31]leven; 29. Zie 1 Tim.1:15, en 1 Tim.3:1, en 1 Tim.4:9; Titus 3:8. 30. Dat is, om Zijnentwil, onschuldig zullen verdrukt of gedood worden, Rom.8:36; 2 Kor.4:10; gelijk in vs.12 verklaard wordt. 31. Namelijk hier namaals eeuwig.